En dan hebben we de keuze tussen stoppen met rijden of doorrijden. Dat doorrijden kan je dan met je dagelijkse fiets of met een pekelfiets doen. We gaan eerst eens kijken hoe je je motor klaarmaakt voor een winterslaap.

De zomer was best goed. Misschien heb je dus meer gereden dan gepoetst. Voordat je motor zijn welterustenkus op zijn tank krijgt is er nog veel te doen. Maar eerst moet hij schoongemaakt worden.

Met sop en spons
Nu de hogedrukreinigers overal in de aanbieding zijn lijkt een wasbeurt met een atmosfeertje of honderd een toffe optie. Maar je zal niet de eerste zijn die merkt dat honderd bar ook genoeg is om het vet uit diverse lagers te spuiten. Slordig overspuitwerk te ontmaskeren omdat de vellen er bij komen te hangen. Maar op scheikundig en natuurkundig verklaarbare redenen laat al dat geweld de stoflaag op je lak en chroomwerk volkomen intact.

Pak eerst eens de tuinslang en sproei de hele motorfiets rondom nat. Vervolgens doe je een stap terug naar het mandje waar de dingen inzitten die op het lijstje hieronder staan:

Een flacon motorreiniger – engine cleaner – is veel goedkoper dan een spuitbus. In zo’n flacon zit vaak een concentraat. Autovakhandels hebben dat soort spul vaak in literverpakkingen. Daar doe je tijden mee! Haal bij de lokale Blokker een plantenspuit en je lacht de hele wereld uit. Er zijn twee alternatieve vormen van lompe aanpak. Sommige mensen douchen het blok en de vettige delen schoon met remmenreiniger. Heel ontvettend en licht ontvlambaar spul dat ook zo goed werkt waneer je even zonder start-ether zit… Ernstig gecorrodeerde blokken kunnen heel erg opknappen van een milde besproeiing met verdund zoutzuur. Maar pas er een beetje mee op. Je kunt er ook je vingertoppen mee oplossen. En Japans spuitgietwerk kan er niet echt goed tegen… echt niet! We laten de milieuaspecten even buiten beschouwing.

Een flacon motorfietsreiniger is bedoeld voor de gelakte en kunststof delen. Koop voor die andere vloeistof wel een andere plantenspuit. En gebruik hem niet meer voor de planten.

Op alle soorten flacons en zo staat een gebruiksaanwijzing. Daar is doorgaans goed over nagedacht. Als er verdunningen genoemd worden, werk daar dan naar. Keukenborstels zijn prima voor nadrukkelijk poetswerk. Maar gebruik verschillende borstels voor de lakdelen en de blokdelen. Een verdwaalde vettige zandkorrel maakt meer krassen in je lak dat een dubbele rietberger springende kunstschaatser dat op het ijs doet.

Een heel belangrijk aspect van al die schoonmakerij is dat je al reinigend onvolkomenheden opspoort. Kijk naar slijtpunten op kabels en bedrading. Check meteen even of al die draden en kabels netjes lopen en geen rare knikken of draaien hebben.

 

Droog en warm…
Nu de motor schoongemaakt is kunnen we hem droog en warm rijden. Geef de banden iets van een tiende of wat meer lucht dan dat het boek voorschrijft. Tank hem ook helemaal af met het bocht dat tegenwoordig als benzine wordt verkocht. Zet bij aankomst thuis de brandstof toevoer dicht en laat de vlotterkamers leeglopen. Anders zitten van het voorjaar de sproeiers verstopt met de meest geslaagde kruising tussen beton en kauwgum. Bij terugkomst zijn alle oliën en vloeistoffen goed warm en doorgestroomd. Olie verversen mag voor niemand problemen opleveren. Het via de riolering afvoeren van afgewerkte olie is achterhaald en inmiddels misdadig. Olie vervangen is dus eenvoudig… Maar toch is dit de plek waarin we de noodzakelijke aanschaf van een werkplaats handboek noemen. In Deventer, bij Autoboek International, www.autoboek.nl hebben ze heel veel Nederlandstalige werkplaatshandboeken. Ze postorderen ook vanuit de e-mailwinkelwagen.

Voor het slapen gaan
Want als de nattigheid uit het blok, de bak, de radiator verantwoord is verwijderd, dan moet er van alles in terug. Wanneer je een doek gebruikt om het oliefilterhuis te reinigen, gebruik dan geen pluizende doek. Pluis maakt meer kapot dan je lief is! Let op de gevraagde oliespecificaties. Neem de aangegeven hoeveelheden serieus en werk met schone trechters. Laat je ook niet verleiden om budget olie bij de Praxis of de Aldi te kopen. Prima spul hoor, daar niet van. Maar het is auto olie. En veel van onze tweewielers worden daar niet blij van. Er is bijvoorbeeld teveel kans op slippende koppelingsplaten. Dat komt omdat auto oliën andere additieven -toevoegingen – hebben dan olie voor tweewielers. In versnellingsbakken hoort olie die het prettig vindt om telkens klem te zitten tussen de tandwieltanden. In de radiateur hoort koelvloeistof. Geen water. In koelvloeistof zitten ook weer toevoegingen die bijvoorbeeld je waterpomp smeren en de koelkanalen vrij van corrosie houden.

 

Als we toch vrolijk om de motor kruipen zitten we ook ter hoogte van het luchtfilter en de bougies. Motorfietsen houden van schone luchtfilters! Bougiekabels kunnen aardig aangeslagen raken door de tand des tijds. In tegenstelling tot de geruchten is het best mogelijk om de Japanse bobines met aangelijmde bougiekabels van nieuwe bougiekabels te voorzien. Kijk ook even naar de bougiekappen Dat vraagt voornamelijk tijd en geduld. Zelf vervangen we ook de bougies. Lang niet altijd omdat het nodig is. Maar het staat zo zielig; aangeroeste bougies op een zo schoon blok! Check, reinig smeer en stel de achterketting voor zover nodig. Wij houden het op de oude stelregel dat vervanging van een ketting samengaat met vervanging van de secundaire tandwielen.

Nog meer nattigheid
Een aanrader, zeker bij motoren van een paar jaar oud: vervang de voorvorkolie eens! Als je geluk hebt is dat een makkie! De aftapschroefjes zitten doorgaans op het laagste punt van de voorvorkpoten. Ze zijn niet zo groot en daarom extra gevoelig voor het gebruik van passend gereedschap. Net als remontluchtingsnippels. Griptangen zijn geen passend gereedschap maar een laatste redmiddel. Mocht je zo’n verwerpelijk stuk gereedschap kopen, koop dan geen exemplaar uit de knakenbak. Alleen bij wat Italiaanse fietsen zitten ze daar aan de hoogste kant. Waarom? De fabriek besloot wel eens remklauwen aan de andere kant van de poot te monteren. Daar zijn serieuze redenen voor. En het goedkoopst is het dan om de voorvorkpoten om te draaien… En dan zit het aftappunt niet meer op het laagste punt… Kniesoor die er op let.

Zoek in je werkplaatshandboek even op wat voor soort en hoeveel olie er per voorvorkpoot in moet. Nog meer klein werk: de remvloeistof vervangen. Als dat spul een kleurtje heeft, dan moet het ververst worden. Gebruik voor het opendraaien van de aftapplug een goed passend sleuteltje. De aftapnippel zit vaak onwaarschijnlijk vast. Omdat hij net zoveel jaren niet los is geweest. Omdat jij de eerste bent die de remvloeistof vervangt. Wel even kijken wat voor specificaties er voor jouw remsysteem gevraagd worden. Want de tien liter cans op een paar Vehikels geleden… dat was een grap. DOT 00 bestaat niet. Dekseltje er af. Heel voorzichtig werken. Want remvloeistof is agressief ten opzichte van lakwerk. Schuif een flink stuk benzineslang op de ontluchtingsnippel en laat de slang aflopen in een jampot of zo. Gewoon doorpompen en het reservoir bij het handvat bijvullen met vers sap. Elke keer als je ‘remt’ de afstapplug lossen. Weer aandraaien wanneer je de remhandel loslaat. Na even het juiste ritme gezocht te hebben swingt zo’n aanpak als de hel! Voor de gereedschapsfetisjisten zijn er ‘Quick Bleedersets’. Als er schone vloeistof uit het aftappunt op de klauw komt, dan is de zaak weer in orde. Meng geen gewone remvloeistof met siliconenidem. Daar zijn de geleerden namelijk nog niet over uitgekibbeld. Zorg ervoor dat gelekte remvloeistof met een absorberende doek wordt afgeveegd. Veeg vervolgens de zaak nog even na met een vochtige doek en haal de droge doek er nog één keer overheen. Zet een rubber stof dopje op de nippel en klaar is Kees.

In de accu zit ook vloeistof die op niveau moet zijn. Vul de accu nooit bij met zuur! Ook niet met kraanwater trouwens. Accu’s drinken gedestilleerd of minstens gedemineraliseerd water. Leverantie via de lokale autoshop of helemaal voor niks uit de condensator van de wasdroger en aanverwante stoommakers met een opvangbakje. Accu’s houden niet van temperaturen onder het vriespunt. ’s Winters wonen ze graag in kelders. Zet ze daar aan een goede druppellader en je kunt alweer voorpret krijgen over de eerste rit! Laat de dopjes op de cellen zitten. De oude garage gewoonte om die dingen er tijdens het laden af te laten is achterhaald, gevaarlijk zelfs!

We zijn tot zover een aardig eind gekomen. Mensen die de zaak glimmend willen inpakken met siliconenspray moeten nog even opletten. Dat spul maakt buddysits en remschijven heel erg glad. We noemen het nog even omdat er ooit een motorrijder was die zijn remschijven ook gesprayd had. Bij zijn eerste voorjaarsrit ging het spul op de T splitsing gewoon rechtdoor. Een tuinpad op. De voordeur in.

Zet je motor nu uit de weg en indien mogelijk op de middenbok. Echte die hards zetten een blokje hout onder het carter zodat de motor met zijn banden boven de grond balanceert. Dat voorkomt ‘platte kanten’ na een wintertje slapen.

En slapen doe je onder een dekentje. Of een twee persoonshoeslaken…

Niet tegen de kou maar tegen het stof. Leg wel iets kat onvriendelijks over de buddy. Want een buddy met een stoffen overtrek is voor een kat de ideale slaapplek. En om zijn bedje wat in te trappelen staat zo’n harige ellendeling dan eerst tien minuten vergenoegd je buddy te masseren. Met zijn nagels uit. En die nagels gaan echt door een laken heen…