Het eerste naoorlogse model van Zündapp was de vrijwel onveranderde DS 200 uit 1935, met een geperst stalen voorvork. Pas in 1950 kreeg de DS 201 een telescoopvoorvork, samen met de omkeerspoeling met vierpoorten. De technische vooruitgang werd voortgezet in de 202 uit 1951, dat een nieuw ontwikkelde voetbediende vierversnellingsbak met trekspie kreeg. De DB 203 Comfort uit 1952 deed zijn naam eer aan, dankzij de plunjervering aan de achterhand. Daarnaast bezat de motor een nieuwe cilinder met een dubbele uitlaatpoort en een registercarburateur. In de 204 Norma, met een star frame, zat dezelfde motor, maar nu met een enkele poort. De 235 Norma Luxus verbond de plunjervering met de eenvoudige motor.
Een compleet nieuwe serie was de DS 205 Elastic uit 1953. Deze bezat een ruggengraatframe met gegoten aluminium extensies aan het achterframe, die de hydraulische achterschokbrekers opnamen. De nu wat naar voren neigende cilinder bezat een tweekanaals omkeerspoeling. Een sterkere variant, met 246 cc, kwam in 1954 de gelederen versterken onder de naam DB 255 Elastic. Voor het eerst maakte men hierbij gebruik van aluminium volle naaf trommelremmen.
De S-serie vanaf 1955 bezat voor het eerst 16 in plaats van 19 inch wielen. Ook het aluminium achterframe werd vervangen door een stalen. Het programma werd uitgebreid met de 175 S. Het topmodel, de 250 S, kreeg in 1955 een schommelarm voorvork, en de kleinere modellen kregen die in het jaar daarna. Nadat Zündapp en Maico een overwinning behaalden in de Zesdagen Trophy, werden aan de namen van de 175 cc en de 250 cc types vanaf 1957 Trophy toegevoegd.
In 1953 stapte Zündapp met zijn Bella in de scooterboom. Deze scooters werden geleverd in 150, 175 en 200 cc versies en bezaten vanaf 1955 een elektrische starter. Aanvankelijk waren ze uitgerust met een telescoopvoorvork, maar later werden ze met een schommelarm uitgerust. De viertakt hield het na de oorlog nog tot 1958 vol. Tussen 1949 en 1950 werd er begonnen met een kleine serie van de vooroorlogse KS 600, die daarna opgevolgd werd door de KS 601, die onder de naam ”Grüner Elefant” (Groene olifant) de geschiedenisboekjes in ging. Nieuw waren het buizenframe, de telescoopvoorvork en de plunjervering. De boxer met kopkleppen leverde 28 PK, en in de sportuitvoering van 1952 maar liefst 6 PK meer. De KS 601 Elastic, met achtervork, werd alleen naar Amerika geëxporteerd. Net als alle andere fabrikanten stond Zündapp na de motorfietsboom voor de rand van de afgrond. Tot 1963 werden slechts de types 175/250S en de grote ”Bella” scooter nog in beperkte mate geproduceerd. De Janus dwergauto draaide uit op een flop. Alleen de in een Zuid-Duitse dochteronderneming geproduceerde ”Combinette” brommers liepen bovengemiddeld goed. Het hoofdkantoor werd verplaatst naar Zuid Duitsland en in Neurenberg bleef een ontwikkelingsafdeling. Men concentreerde zich op de bromfiets en lichte motorfietsen. De laatste motorfietsen, de KS 125 en later de KS 175, werden op basis van succesvolle enduro-modellen gemaakt, en deze bleven tot in de tachtiger jaren in het programma. Nadat het bedrijf wereldkampioen in de 80 cc klasse werd, ging het in 1984 failliet, en de hele productiestraat werd naar China verkocht.