Naast de Honda Cub modellen, maakt ook de met miljoenen verkochte Vespa scooter aanspraak op de titel de VW Kever onder de tweewielers. Met de productie van een goedkope tweewieler die de rijder beschutte, zag vliegtuigbouwer ”S.p.A. Piaggio & Co.” in 1946 een mogelijkheid zijn productiecapaciteit te kunnen laten renderen. Wat Corradino D’Ascanio op basis van dat idee tenslotte ontwierp was zo geniaal dat het zelfs nu nog geldt als de moeder van alle scooters. Het model droeg de handtekening van een ervaren vliegtuigconstructeur .
De zelfdragende plaatstalen carrosserie neemt de enkelzijdige getrokken draagarm voor op. Ook de enkelzijdige draagarm achter wordt direct gedragen door de carrosserie, maar nog opvallender is het feit dat deze draagarm bestaat uit een versnellingsbak met daaraan gekoppeld een geforceerd gekoelde zuigergestuurde tweetakt, die direct het achterwiel aandrijft.
Het oermodel telde slechts 100 cc, maar de motortjes groeiden uit tot 125 cc (1948) en 150 cc (1955). Later volgden de grote 200 cc types en kleinere 50, 90 en 80 cc tweetaktjes, soms met membraan- soms met roterende inlaat.
In 1953 werd een van de meest opvallende optische wijzigingen toegepast: toen werd de koplamp van voorspatbord naar het stuur verplaatst. In de 70’er jaren werden de vormen wat hoekiger, maar aan het basisprincipe is nooit wat veranderd.