Bij de firma August Rabeneick GmbH in het Duitse Brackwede ontstonden al aan het begin van de dertiger jaren motorfietsen met een 98 cc. Sachs motor. Na de Tweede Wereldoorlog groeide het gamma aan lichte motorfietsen. Naast de 123 cc, en de 147 en 173 cc Sachs tweetaktmotoren werden ook een- en tweecilinder ILO tweetakten gebruikt met 247 resp. 244 cc.
Daarnaast werden er ook bromfietsen met 50 cc ILO en Sachsmotoren gemonteerd, en een 33 cc hulpmotor met roterende inlaat. De 250 cc viertaktmachine, die in samen­werking met de Zwitserse firma Universal ontwikkeld werd, kwam echter nooit voorbij het experimentele stadium.