Het feit dat motorproducent Levis uit Birmingham haar motoren voorzag met eigen krachtbronnen was voor die tijd best bijzonder. Tot 1927 voorzag oprichter Arhur Butterfield zijn motorfietsen alleen van tweetakt motoren. Die hadden zo’n goede naam, dat Zündapp ze na de oprichting in 1921 in licentie ging nabouwen. Maar de goede naam die de zuigergestuurde tweetakten hadden kwam niet zo uit de lucht vallen. Daar gingen sportsuccessen aan vooraf. Tussen 1920 en 1922 wonnen Levis-machines de Lightweight TT. In 1920, toen de Lightweight en Junior-klasse nog samen startten, werd ook bijna een zege in de Junior-klasse behaald, ware het niet dat coureur Reg Clark in horizontale positie waardevolle tijd verloor.
In 1927 kwam de eerste Levis-viertakt. Een 350cc kopklepper, het begin van een compleet programma vanaf 250 tot 600cc. Het technische hoogtepunt was ongetwijfeld de CB 250. Een ééncilinder kopklepper met bovenliggende nokkenas. Aangedreven door een in een aparte schacht lopende ketting.