Al heel vroeg ging de fietsenmaker uit Bieleveld over op de productie van gemotoriseerde tweewielers. In het prille begin van deze eeuw, we praten over 1903, plaatste August Göricke al ééncilinders en tweecilinder V-motoren in zijn frames.
Er volgde een flinke pauze. Pas in de jaren twintig startte hij weer met de productie van motorfietsen. MAG leverde de 346 en 496 cc inbouwvarianten. Later werden dat ook motoren van Villiers en Blackburne.
Zijn grootste succes genoot hij echter in de dertiger jaren, met grote aantallen 98cc tweetakten van Fichtel & Sachs. Na de oorlog hield zijn succes nog even aan. Het programma werd uitgebreid en motoren werden nu ook voorzien van ILO blokken. De cilinderinhoud bleef echter beperkt tot 250 cc.