Wie Ducati zegt, denkt direct aan desmodromische klepbediening en de bedenker daarvan. De beroemde constructeur Fabio Taglioni kwam in 1954 naar Bologna en in dienst van Ducati nadat hij daarvoor een poosje voor Mondial had gewerkt. Bij Ducati was alles in het begin nog nieuw en kleinschalig. Dat kwam door de nog relatief korte motorgeschiedenis van het bedrijf dat in 1926 was opgericht door de gebroeders Adriano en Marcello Ducati. Voor en tijdens de oorlog maakte het bedrijf onderdelen voor radio- en zendapparatuur. Er werd pas na de oorlog begonnen met de productie van lichte kopklepblokken en complete motor­fietsjes. Er waren 50- en 65 cc motoren. Al na een jaar resulteerde de inzet van Taglioni bij Ducati Meccanica S.P.A. in de 100 Gran Sport, een ééncilinder met koningsas en een vermogen van 9 pk.

In 1956 boekte Taglioni succes met een 125 cc racemotor­fietsje. In de jaren daarop reed hij er rondjes mee om de concurrentie. De sportsuccessen waren de motor achter de ontwikkelingen en de verkoopresultaten van de Ducati seriemotorfietsen. Helaas duurde het tot 1968 voordat de desmo techniek in serieproductie ging. De ééncilinder wegmotoren en de scramblers met een cilinderinhoud van 250 tot en met 450 cc kregen toen pas hun gedwongen klep­sluiting. Productieproblemen bij deze tot 1974 gemaakte machines maken ze nu schaars en gezocht.

Dat geldt ook voor de machtige L2 motoren met hun door koningsassen aangedreven nokkenassen. Deze motoren kwamen aan het begin van de zeventiger jaren in beperkte aantallen op de markt. Van die serie zijn de Desmo supersport modellen vandaag de dag het meest gezocht. De latere types met de hoekige carterdeksels zijn onevenredig minder geliefd.


LATEN WE CONTACT HOUDEN!

We houden je graag op de hoogte van ons laatste verhalen 😎

We sturen je geen spam en houden je e-mailadres geheim!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *