De naam verklaart alles. Georg Brough, de zoon van de motorfietsfabrikant William Brough, wilde betere motoren bouwen dan zijn vader deed. Hij maakte dat duidelijk in de naam van zijn producten. Vader en zoon waren met ruzie uit elkaar gegaan. Brough Sr. had al vanaf 1909 motorfietsen gebouwd met zij- en kopklep inbouwmotoren van ABC. In zijn woonplaats Nottingham richtte Georg Brough zijn eigen bedrijf op. In 1920 maakte hij daar zijn eerste motorfiets met een getunede 986 cc JAP V-twin motor en een -naar zijn wensen- in Coventry gemaakt frame. Door de wedstrijd­successen die hij met deze machine van het type “80” behaalde -tachtig duidde op de topsnelheid in mijlen per uur- kregen maker en machine binnen korte tijd een bijzonder goede reputatie. Brough Superior ontwikkelde zich tot een topmerk, waarbij het resultaat niet ondergeschikt was aan de kosten. Net als Rolls Royce gaf Brough geen vermogen op voor de door hem bewerkte motoren. De klantenkring was net zo nobel als het merk. In hun optiek had exclusiviteit zijn prijs. Tot de vaste klantenkring behoorde de legendarische Kolonel Lawrence of Arabia.
Lawrence verongelukte met zijn zevende Brough, terwijl hij de achtste al in bestelling had staan. Al in 1925 presenteerde Brough de legendarische SS 100 met kopkleppen. Deze motor had een aan de klant gegarandeerde topsnelheid van 100 mijl per uur -160 km/u. In de loop van zijn ontwikkelingstijd zou het vermogen van de JAP wedstrijdmotor stijgen tot 75 pk. Op de veelal naar klantspecificaties gebouwde Brough machines werden vaak zelf ontwikkelde Castle voorvorken gemonteerd. Het begin van het einde van deze edelsmederij werd ingeluid bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Er waren te weinig krachtbronnen om de productie voort te zetten. Na de oorlog waren er geen toeleveranciers die aan de hoge kwaliteitseisen van Brough konden voldoen.