[nggallery id=66]
Voordat ik met de restauratie zou beginnen, werd de motor uitgebreid gefotografeerd. Een must voor elke restauratie. Want je weet na een uitgebreide restauratie nooit meer precies hoe alles gezeten heeft.
Inmiddels was de motor ruim drie weken in mijn bezit. Tijd om de eigenlijke restauratie starten. De demontage. Voor veel restaurateurs is dit het meest ondankbare werkje. Voor mij niet. Terwijl de roest er her en der vanaf viel zag ik hem in gedachten al glimmen en bewonderende blikken oogsten van mede-Ducatiliefhebbers tijdens de Koningsassendag in Loenen. Want dan zou de Duuk klaar moeten zijn, voor de Koningsassendag in 2008. Binnen een paar dagen lag de motor helemaal uit elkaar. Problemen waren er nauwelijks. Er werd nog wel een trekker gemaakt om de achterbrug los te halen en de carburateur werd als nieuw gemaakt. Ha, alsof dat het belangrijkst is. De rest was nog een puinhoop. Maar het hield me van de straat, uit het café en zo ging ik verder met op het oog nutteloze werkjes. Maar het paste natuurlijk allemaal in ‘het grote geheel’: Balhoofdlagers kopen, de teller uit elkaar halen en schoonmaken, netjes ‘baggen’ en ‘taggen’ zodat-ie straks direct weer in elkaar geplakt kon worden.
En zo kwamen alle onderdelen aan de beurt. Inmiddels kwam het bericht van het carrosseriebedrijf dat al mijn aangeleverde onderdelen gestraald waren en klaar lagen. Dat ging nog sneller dan verwacht. Ook de lakken waren inmiddels gemengd en stonden netjes in de juiste tinten te wachten.