Direct na de eerste korte rit voor het personeel werd besloten om de volgende dag naar Monza te gaan waar de eerste echte testen plaats zouden vinden. Daar aangekomen liep de V8 niet op alle cilinders vanwege een ontstekingsprobleem. Teleurgesteld ging het team huiswaarts. De volgende test werd drie dagen later gepland op het circuit van Modena.
Zowel Kavanagh als Anderson testten die dag de nieuwe V8. Helaas ging Anderson flink onderuit met de maagdelijke racer. Het had tot gevolg dat die niet ingezet kon worden in de Grand Prix van Reims. En dat was tevens zijn geplande debuut. Toen dit bericht Mandello bereikte moesten de direct betrokkenen uitgebreid verslag uitbrengen van de gebeurtenis aan de ziedende en zwaar teleurgestelde Enrico Parodi. Dat het debuut uitgesteld moest worden was erg jammer want Rheims was niet voor niets gekozen. Het circuit had namelijk drie lange rechte stukken, die onderbroken werden met haarspeldbochten, ideaal voor een hoogvermogende machine met een nog nauwelijks getest rijwielgedeelte die in een pril stadium aan een race onderworpen werd.
De angstaanjagend instabiele wegligging
In recordtijd bouwde men een nieuwe machine. Het circuit van Monza werd in die periode twee tot drie dagen per week afgehuurd voor testwerk. De nieuwe machine beleefde uiteindelijk zijn debuut tijdens de Belgische Grand Prix van 1955. Kavanagh viel uit omdat de tapeinden van het carter braken. Direct na de race werd het probleem in Mandello opgelost door sterkere exemplaren te monteren. De volgende twee races waarin de V8 ingezet werd verliepen ook niet erg succesvol. Kavanagh viel uit in Senigallia en Monza met losgelopen veerschotels. Deze waren geschroefd en liepen los door trillingen. De secundaire balans van de V8 liet nogal te wensen over. Carcano trachtte dit probleem op te lossen door een nieuwe 90 graden krukas uit één stuk te ontwerpen. Vergeleken met de 180 graden krukas had hij door zijn betere balans lichtere vliegwielen. De ontstekingsvolgorde was nu 1,5,4,8,6,3,7,2. Op 8 september 1955 was de nieuwe krukas klaar en werd direct in het motorblok gemonteerd. Hoewel de balans nu een stuk verbeterd was kon het volgens Carcano nog beter. Hij besloot wederom een nieuwe 90 graden krukas te ontwerpen die ten opzichte van de vorige op details verbeterd werd. Op 5 oktober 1955 was hij gereed voor montage in het motorblok. De balans was opnieuw verbeterd. Tijdens het tussenseizoen 1955 en 1956 werd de V8 verder nog op een aantal details aangepast.
LS
Interessante motor deze V8, heb hem in Mandello in werkelijkheid gezien, werkelijk een compacte machine.
Heb zelf wat eenvoudigers gerestaureerd, een Guzzi Lodola sport uit ’58 (heeft wel 10 jr geduurd !!)
Ben nu bezig met een Laverda 100 cc uit midden ’50’
Mvg MvW