Kouwe ellende… En een aardige agent

Het is koud, nat donker. Het stormt en er komen natte klodders sneeuw omlaag. Mijn verstralers prikken verwijtend in de witte smurrie. Het is kwart voor elf als in ’22.45 uur’. Ik ben moe en helemaal alleen onderweg en op twintig minuten van huis. En ik moet enorm plassen. Het water staat me tot de lippen, maar voordat ik in deze ellende achter vijf lagen textiel mijn kouwelijke onderduiker heb gevonden?

Ik moet er niet aan denken en geef wat meer gas. Er staat iemand met een lantaarn te zwaaien. Om de onzinnigheid van het systeem te bewijzen staat er om 22.45 in een natte sneeuwstorm een kompleet uitgerust alcohol en papieren controle team. De agente meldt me op beschuldigende toon dat ik in elk geval te hard reed. Mijn papieren, daar kan ik wel makkelijk bij. Ik geef haar mijn portefeuille en roep over mijn schouder:”Natuurlijk ging ik te hard. Ik moet enorm piesen! Zo terug!” Voordat alles weer prettig opgeborgen is duurt even.

De wetsdienaars zitten allemaal weer in hun busje met dubbel beslagen ramen. De zijdeur staat open. Door mijn unieke,’supersize me’ formaat vanwege een door mijn Difi thermo-overall afgetopte vijflaags verschijning is er geen kans dat ik er bij kan. Ik blijf dus wat gebogen naast het busje staan. De agente merkt nog steeds bozig op dat mijn plaspauze erg lang duurde. ”Vijf lagen kleding doorploeteren en dan met koude vingers een achteruit kruipende vluchteling te pakken zien te krijgen is moeilijk hoor! Als u dat sneller had gekund had u even mee moeten lopen. Volgens mij heeft u ook minder koude vingers.”

De agente wordt assertief. Een wat oudere manlijke collega geeft me mijn portefeuille terug en vraagt vriendelijk “Maar waarom ben je met dit rotweer onderweg op een motor? Een weddenschap of zo? Een bevalling. Ruzie thuis?” Ik wijs naar buiten.” Nee hoor. Niks aan de hand. Het werd wat later dan ik dacht. Dat ding daarbuiten is gewoon mijn auto. Handig met files en zo.” De agent trekt een borstelige wenkbrauw op en zegt: “Met dit weer sta ik dan liever in de file.” De agente meldt dat de in het scenario voorgeschreven blaastest nog niet heeft plaatsgevonden.

De oudere agent vraagt vriendelijk: “Heeft u gedronken?” “Nog niet, maar als u nu een borrel voor me heeft graag.” “Dat moesten we maar niet doen, gaat u maar. Doe voorzichtig en een goede reis.” De agente corrigeert hem: “Maar deze meneer reed te hard en hij heeft nog niet geblazen.”

De opperwachtmeester kijkt zijn pup vaderlijk aan. “Een motorrijder die met dit weer onderweg is of heel dom of erg ervaren. En als deze heel dom was geweest had hij zich al veel eerder dood gereden. Hij heeft dus niet gedronken en reed alleen te hard omdat hij een plas moest doen. En hij rijdt ook met dit weer op een klassieke motor.” Ik zet mijn helm op en doe mijn handschoenen aan. Als afscheid druk ik nog even op mijn claxonknop. De dubbele FIAMM’s geven hun hoogst illegale loei van 142 dB(A). Mooi. Naar huis.

LATEN WE CONTACT HOUDEN!

We houden je graag op de hoogte van ons laatste verhalen 😎

We sturen je geen spam en houden je e-mailadres geheim!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *