Klassieke motoren als belegging? Daar moet je heel selectief mee zijn. En je niet laten meeslepen door je passie of de waan van de dag. Maar er zijn natuurlijk motoren waar van je met vrij grote zekerheid kunt zeggen dat ze. Dat ze… Nou, dat ze in elk geval hun waarde zullen behouden. Mogelijk zelfs meer waard zullen worden. Koester dus de droomwaarde en verkoop niet. Koop er allen maar bij.
Klassieke motoren zijn leuk omdat ze leuk zijn. Niet omdat ze ooit heel veel waard worden. Maar er zijn dus buitenkansen. En toen de Z1300 die al meer dan anderhalf jaar in diverse bladen werd geadverteerd weer eens voorbij kwam werd het tijd voor actie. De man was een liefhebber. De Kawasaki was een fraai exemplaar dat in een keurige garage onder een voorbeeldige motorhoes sliep. Het motorblok was alibi-loos koud. De vers opgeladen accu werd in zijn hok gestopt. Fuel, Ignition. GO!
De startmotor van de zescilinder jengelde er naargeestig op los. Verder gebeurde er overtuigend niets in de machinekamer. Tijd om te controleren of er vonkjes waren. Er waren vonkjes. Bougie er weer in . Weer dat zeurderige gejengel. Er werd gecontroleerd of de brandstof in elk geval ongeveer op zijn plek kwam. Dat leek het geval te zijn. De Kawaski eigenaar was in de loop der tijd blijkbaar vergeten dat de zescilinders een vreemd karaktertrekje hadden. Wanneer zo’n ding – toen nog met echte ouderwetse benzine er in – een week of twee had gesluimerd, dan startte hij altijd bij de eerste keer. Of niet. We hadden hier een ernstig geval van ‘ never nooit niet’ .
Dat vroeg om zwaardere middelen. Feitelijk om de demontage en reiniging van het hele carburatiegedoe. De Verkoper was intussen al wat aangeslagen. Een spuitbus met start pilot – ether dus – is doorgaans goed genoeg om een dood paard weer aan de gang te krijgen. Na de derde shot begon het in de garage aardig naar ziekenhuis te ruiken, maar de lompe schoonheid had nog geen kik gegeven. De starterij werd een teamsport: “Als jij gas geeft en start, dan spuit ik nog wat ether in het luchtfilter”. We gingen voor goud.
Tijdens de volgende actie daalde de toonsoort waarin de startmotor jengelde en werden de etherdampen in de schuur zowat bedwelmend.
De hoopvolle potentiele aanstaande ex-eigenaar zat met zijn hoofd bijna in het luchtfilter.Toen viel er, ergens in het vettige duister van het blok blijkbaar toch een vonkje in zijn bedje van
etherdamp. Er klonk een holle ‘WHHHOEPP!” en vanuit de luchtfilterkast steeg er een mooi ronde, witte vuurbol omhoog.
Het hoofd van de Kawaliefhebber werd volledig door de vuurwolk omsloten. Hij kwam verrassend soepel vanuit de hurken omhoog en kletterde tegen een kast achter hem. Uit de kast klonken geluiden van vallende dingen.
De vuurwolk had de vrolijke etherpiraat beroofd van kuif, wenkbrauwen, snor en baard. Zijn brilleglazen waren matglasachtig aangeslagen.
Dat leek het juiste moment om eens een Kawa te kopen. Zwijgend en in alle rust werd de helft van de vraagprijs plus een beetje in kleine coupures op de buddy gestapeld.
De eigenaar smeulde nog na. “Het is goed. Ik pak de papieren, zet hem maar vast buiten”.