Soms kom je er niet om heen; nieuwe motorfietsen. Er zitten vaak de aardigste verhalen achter.
Bij de motorzaak werd er een enorme, glanzende, vet kewle cruiser in de bedrijfsbus geladen. “Wast’ie stuk of zo?”. “Natuurlijk niet. Die dingen gaan nooit stuk.” De oude dealer zelf had de anabole kroezer vorig jaar verkocht aan een goed gevulde herwederopstapper. Hij had de man aangeraden een 650’er te kopen. Een 900 misschien. Om het gevoel weer op te pakken. “Maar nee hoor, hij wilde die daar”. Een vaag wijsgebaar met de duim naar het droef in zijn veren hangende busje.
“En toen?” “Haalt’ie de motor op. Hoor ik niks meer van hem. Belde hij drie maanden later of wij tijd hadden om de motor een beurtje te geven. Want hij ging met een paar vrinden weer een mieterse tocht door de Vogezen maken. Zelf kon hij helaas niet langs komen Want: drukdrukdruk. Of we de motor dus konden ophalen bij hem thuis. En natuurlijk hoefde dat niet voor niets. Stuur ik Martin naar zijn huisadres. Grote hut. Vrijstaand. Daar aan de bosrand bij het kanaal. Dan weet je het wel. Dubbele garage er onder. Belt Martin aan. Doet er een leuk jong ding open.”Ha! Jij komt de motor halen. Tja, wat een verhaal hè?”
Martin zegt dattie van niks weet. “Oh, heeft hij dat dan niet verteld? Toen hij de motor had opgehaald heeft hij hem in de garage gezet. En daar kan hij hem niet meer uitkrijgen. En ik had nog gezegd dat ik echt niet meer van hem zou gaan houden wanneer hij zo’n gek groot gevaarte zou kopen. Maar ja; jullie zijn nu eenmaal zo. Allemaal Bokitootjes” Ze haalde haar bevallige schouders op. Meisjes van nog maar net begin dertig kunnen al heel verstandig zijn. Het probleem was duidelijk. De mega cruiser was met de neus naar voren de garage ingerold. De garage was dus onderpandig. Het naar beneden rollen was een makkie.
Maar achteruit de helling op, de garage uit, dat was geen optie. Keren in de garage was dat door de enorme draaicirkel ook niet. “En toen hield de fantasie van de eigenaar op en belde hij me op” sprak de ondernemer neutraal. Het leek Martin niet zo’n goed idee om dat dure ding door een paar passanten omhoog te laten drukken. Maar bij de overbuurman stond er een heel vette Landrover op de oprit. Een Landrover met een hoop koplampen, een bullbar en een lier. De eigenaar van dat monster was thuis. Maar vertelde dat hij de 4WD nog maar net had en nog niet goed wist hoe de lier werkte.”
Daarna heeft Martin mij maar weer gebeld en hebben we het ding samen opgegraven. Nu gaat hij weer terug. De garage in. Met zijn kont naar achteren. Dan kan hij er in elk geval weer één keer uit. En ik heb Martin uitgelegd dat die Bokito een heel sterke aap was. Die een vrouw had gebeten. Hij zei dat hij dat wijfie ook wel eens had willen bijten. Weet zo’n jong veel? Die lezen geen kranten meer. Ze spelen alleen computerspelletjes.”
*dit is met toestemming van de auteur een een verhaal uit de serie ‘Oer’ zoals die in ANWB’s Promotor wordt gepubliceerd