Oorspronkelijk gedacht als aandrijving voor militaire voertuigen, getest in kleine Fiats en in 1965 de sensatie van de motorwereld: zo laat zich de Moto Guzzi V-twin in het kort omschrijven. Twee jaar later verscheen met de V7 als serieproduct. Een model dat tot in de lengte van jaren werd doorontwikkeld. Een zwaar wiegframe, dat meermaals werd gemodificeerd, droeg de vrij zware V-twin. Deze dreef via cardan het achterwiel aan. Grotere versies met 750 en 850 cc volgden. De introductie van de vrij zeldzame ”V7 Sport” betekende in 1972 een belangrijke omwenteling. Niet alleen onderscheidden de sportieve modellen zich optisch van de toermodellen maar er werd ook gebruik gemaakt van een veel lager dubbel wiegframe. Dit was mogelijk geworden doordat de V-twin ingrijpend gemodificeerd was. Een belangrijke bijdrage aan deze lagere bouwhoogte was de verplaatsing van de dynamo van boven naar voren. Daarnaast werd de schuinvertande tandwieltrein voor de nokkenasaandrijving vervangen door een ketting. In de loop van de ontwikkeling werden de toer- en sportmodellen technisch gesproken langzaam gelijk getrokken.