In de Eerste Wereldoorlog was Jakob Oswald Hoffmann actief als groothandelaar in tabakswaren en later in fietsen. Dat was voor hij aandeelhouder werd van een fietsenfabriek, die de oorlog overigens niet overleefde.
Vlakbij Düsseldorf, in het stadje Lintorf, vestigde Hoffmann zich na de oorlog met zijn fietsenfabriek. Vanaf 1948 werden door de Hoffman-fabriek ook lichte motorfietsen gemaakt, met 98cc Sachs-motoren als krachtbron. Motorfietsen met 250cc ILO transplantaat volgden niet lang daarna. De motoren waren voorzien van buizenframe met telescoopvoorvork en later ook van achtervering.
De financiële basis voor alle latere plannen werd echter vanaf 1949 gelegd dankzij de licentie om scooters van Piaggio te produceren.
De ”Gouverneur” van Hoffmann was de ster van de IFMA in 1951. In een dubbel wiegframe, met telescoopvoorvork en cardanaandrijving, zat een tweecilinder Boxer met kopkleppen van 249cc. De machine was door Richard Küchen ontworpen en had een vierversnellingsbak. Maar ja, ondanks het feit dat de 11 PK sterke machine de nodige opzien baarde, was er aan de ene kant geen bewijs of hij wel betrouwbaar zou zijn en was hij aan de andere kant voor een twee-en-een-halfje veel te duur in aanschaf. Ook een ”ruimere” versie van 298cc kon niet verhinderen dat de Gouverneur een financiële mislukking zou worden.
Toen het in 1954 met de scooters ook ten einde liep, ging de Hoffmann-fabriek failliet.