In de tijd na de oorlog -de fabriek in München was door bombardementen zwaar beschadigd en de Eisenacher fabriek lag verloren in de door de Sovjets bezette zone- begon de motorfietsproductie pas weer in 1949 met het ééncilindermodel R24. Een herziene, vooroorlogse R23. Door de enorme vraag kwamen er telkens verbeterde uitvoeringen. In 1950 kreeg de 250 cc kopklepper plunjervering en ging verder als R25. De cilinderkop van de R25/2 uit 1952 had andere klepafmetingen en veranderde tuimelaars. De R25/3 uit 1953 pronkte met 13 in plaats van 12 pk en rolde op 18” in plaats van 19” velgen. In 1956 maakte de ééncilinder een geweldige technische sprong voorwaarts. Als R26 bood de 250-er nu 15 pk en het ”full-swing” frame dat het jaar daarvoor was voorgesteld. De laatste trap in de ontwikkeling van BMW’s beginnersmodel was de R27 en die kwam in 1960 op de markt. De nu 18 pk sterke eenpitter was geheel in rubberblokken opgehangen. De productie liep door tot 1966. In het geheel werden er 170.000 eenheden van de serie R24 tot R27 geproduceerd.
[TABLE=16]