Buiten Italië is dit merk niet zo bekend. Toch hoort Edoardo Bianchi, de oprichter van de fiets- en motorrijwielfabriek met dezelfde naam uit Milaan, tot de belangrijkste pioniers uit de historie van de motorvoertuigen. De eerste gemotoriseerde fietsen verlieten zijn fabriek al in 1897. In 1900 volgden de eerste auto’s. De uitstekend reputatie van het merk was gebaseerd op de succesvolle wedstrijdmodellen. In het midden van de twintiger jaren was er de opzienbarende 348 cc ééncilinder met bovenliggende nokkenassen. Vanaf het midden van de dertiger jaren behaalde de 498 cc ééncilinder machine met een bovenliggende nokkenas grote successen met onder meer Alberto Ascari en Guido Cerato aan het stuur.
De serieproductie bij Bianchi bestond voornamelijk uit eenvoudige ééncilinder zij- en kopkleppers, die in toer- en in sportuitvoering werden aangeboden. Verkooptechnisch gezien was de kopklepper van 172 cc het meest succesvol. Ook na de Tweede Wereldoorlog was het merk succesvol met de technisch hoogstaande wedstrijdmachines vanaf de 173 cc ééncilinder tot de voor deelname aan de 500 cc races opgeboorde 350 cc tweecilinder DOHC machine.
Het programma aan seriemachines, dat in eerste instantie bestond uit ééncilinder kopkleppers van 249cc en 498cc cilinderinhoud en halve liter zijkleppers voor legergebruik, werd meer en meer aangevuld met kleine tweetakten die gedeeltelijk onder licentie van Puch gemaakt werden. Aan het begin van de zestiger jaren kreeg de motorfietsafdeling, die al eerder van de automobielproductie -Autobianchi- was afgescheiden- te kampen met financiële problemen. In 1964 viel het doek voor de motorfietsmakers van Bianchi.
[TABLE=12]