[slideshow=8]

Al in 1897 leverde het bedrijf van de smid Joe Stevens, in wiens firma ook vier van zijn vijf zoons werkten, al benzinemotoren aan diverse andere fabrikanten. De gebroeders Stevens besloten om zelf complete motorfietsen te gaan bouwen. De initialen van Albert John Stevens, die als wedstrijdrijder roem had vergaard waren naamgevend voor de twaalf jaar later in Wolverhampton opgerichte firma AJS Co Ltd. In 1909 ontstond de eerste geheel eigen, door een 289 cc aangedreven zijklepper motorfiets in Wolverhampton. Het streven van de fabriek om in de wedstrijdsport naam te maken loonde zich voor het eerst in 1914. Eric Williams won toen met een 350 cc machine de Junior-TT op het Isle of Man. Met de eerste 350 cc kopkleppers, die door hun indrukwekkende uitlaatpijp de bijnaam “Big Port” kregen, baarde AJS tussen 1920 en 1922 opzien. Met rijders als Cyril Williams, Eric Williams en Tim Sheard reden de AJS renners in de Junior-TT de concurrentie helemaal zoek. In 1923 ging de ééncilinder kopklepper in serieproductie. Drie jaar later werd de ontwikkeling van de 500 cc machine met de typeaanduiding H8 afgesloten. De ééncilinder kopklepper zond 18 PK richting achterwiel via een handgeschakelde driebak. De 350 en 500 cc modellen werden doorlopend doorontwikkeld.
Voordat AJS door de economische crisis van de dertiger jaren, in 1931 door de gebroeders Collier opgekocht werd, waren er onder andere zijkleppers, kopkleppers, ééncilindermodellen met bovenliggende nokkenas en V-twins (ook met zijspan) geproduceerd. Na de overname werd de productie verplaatst naar Matchless in Londen.

[TABLE=6]